Groene Thee ook in lage dosis effectief bij gewichtsverlies
De effecten van groene thee op gewichtsverlies en preventie van overgewicht staan al langere tijd in de wetenschappelijke belangstelling [1].
Tot voor kort werd verondersteld dat - om dit effect te bereiken - grote hoeveelheden groene thee nodig waren. Uit een nieuwe humane studie, gepubliceerd in The European Journal of Clinical Nutrition, blijkt echter dat ook lage doses al effect hebben bij mannen met overgewicht [2].
Groene thee bevat catechinen, waarvan EGCG het meest onderzocht is. In deze studie bleek een lage dosis (300 mg) EGCG de afbraak van vetten met 33% te verhogen.
EGCG heeft drie werkingsmechanismen, t.w.:
• verhoging van de stofwisseling en vetzuuroxidatie;
• vermindering van de ontwikkeling van vetcellen (adipogenese) en
• vermindering van de vetopname en verhoging van de vetuitscheiding.
Tien gezonde, obese mannen, met een gemiddelde BMI van 31,3 kg/m2, werden verdeeld in vijf groepen:
1. placebo
2. lage dosis EGCG (300 mg)
3. hoge dosis EGCG (600 mg)
4. caffeïne (200 mg)
5. EGCG (300 mg) + caffeïne (200 mg)
De mannen namen de supplementen drie dagen in, vervolgens zeven dagen niet en werden dan in een andere groep geplaatst. Uiteindelijk namen de mannen aan alle vijf groepen deel.
Toediening van 300 mg EGCG liet twee uur na een maaltijd een verhoging van vetoxidatie van 33% zien. Een dosis van 200 mg cafeïne resulteerde in een verhoging van 34,5%.
De lage dosis EGCG (300 mg) bleek dus bijna even effectief als 200 mg cafeïne.
Een combinatie van 300 mg EGCG en 200 mg cafeïne verhoogde de vetafbraak met bijna 50%.
De groep die de hoge dosis EGCG van 600 mg kreeg liet een verhoging van 20% zien, dit was dus minder dan de lage dosis.
Het additieve effect van cafeïne kan met de halfwaardetijd te maken hebben volgens de onderzoekers. EGCG heeft een halfwaardetijd van ongeveer twee uur, terwijl cafeïne een halfwaardetijd heeft van ongeveer vier uur. EGCG beïnvloedt de eerste afbraak van vetten na de maaltijd, terwijl cafeïne zowel de eerste als latere afbraak van vetten na de maaltijd beïnvloedt.
Groene thee extract
Groene thee bevat tussen de 30 en 40 procent van de vier meest prominente polyfenolen epigallocatechinegallaat (EGCG), epigallocatechine (EGC), epicatechinegallaat ECG), en epicatechine (EC).
Al deze catechinen zijn van belang; een supplement, dat slechts één catechine in een hoge dosering bevat, is biochemisch niet meer vergelijkbaar met groene thee.
Een groene thee-extract in capsule blijkt hogere plasmawaarden van catechinen te geven dan groene thee als drank bij gelijke inname van EGCG [3].
Ogen
Naast bij afvallen kan groene thee en EGCG ook ingezet worden bij oogaandoeningen zoals glaucoom. Eerdere studies lieten een gunstig resultaat zien [4, 5]. Recent is er een studie bij ratten gedaan waaruit bleek dat de groep groene thee catechines (waaronder EGCG) na orale inname in het oog terechtkomen. Volgens de onderzoekers kan dit bijdragen aan een verlaagd risico op glaucoom [6].
Bronnen:
1. Grove KA, Lambert JD. Laboratory, epidemiological, and human intervention studies show that tea
(Camellia sinensis) may be useful in the prevention of obesity. J Nutr. 2010 Mar;140(3):446-53.
2. Thielecke F, Rahn G, Böhnke J et al. Epigallocatechin-3-gallate and postprandial fat oxidation in overweight/
obese male volunteers: a pilot study. Eur J Clin Nutr. 2010 Apr 7.
3. Henning SM, Niu Y, Lee NH et al. Bioavailability and antioxidant activity of tea flavanols after consumption of green
tea, black tea, or a green tea extract supplement. Am J Clin Nutr. 2004 Dec;80(6):1558-64.
4. Zhang B, Osborne NN. Oxidative-induced retinal degeneration is attenuated by epigallocatechin gallate. Brain Res.
2006 Dec 8;1124(1):176-87.
5. Zhang B, Rusciano D, Osborne NN. Orally administered epigallocatechin gallate attenuates retinal neuronal death
in vivo and light-induced apoptosis in vitro. Brain Res. 2008 Mar 10;1198:141-52.
6. Chu KO, Chan KP, Wang CC et al. Green tea catechins and their oxidative protection in the rat eye. J Agric Food
Chem. 2010 Feb 10;58(3):1523-34.
Bron: Nieuwsbrief Springfield
