Advies Over Voedingssupplementen: Vitamine B12
Waarvoor wordt het gebruikt?
+ Voor voldoende energieproductie
+ De aanmaak van rode bloedcellen
+ Gezonde zenuwen
Waarvoor wordt het gebruikt?
+ Voor voldoende energieproductie
+ De aanmaak van rode bloedcellen
+ Gezonde zenuwen
5 tot 10% van de bevolking heeft een tekort aan vitamine B12 (1). Dat kan zich uiten in vermoeidheid, want vitamine B12 heeft een belangrijke rol bij de energieproductie en de aanmaak van rode bloedcellen. Voldoende rode bloedcellen zijn nodig om het lichaam te voorzien van zuurstof. een tekort kan zich ook uiten in problemen met de zenuwen zoals het geheugen, de concentratie of de coördinatie van de spieren. Met name vegetariërs, ouderen en mensen die maagzuurremmers gebruiken hebben meer dan anderen een risico op een tekort. Vegetariërs omdat ze dierlijke voedingsmiddelen die van nature rijk zijn aan vitamine B12 missen. Ouderen en mensen die maagzuurremmers gebruik omdat voor de opname van vitamine B12 voldoende maagzuur nodig is. Naarmate we ouder worden neemt het vermogen om maagzuur te produceren af.
Er zijn twee actieve vormen van vitamine B12 die het lichaam direct kan gebruiken voor de energie of de zenuwen. Dan zijn adenosylcobalamine en methylcobalamine.
Samenwerking met foliumzuur
Bij veel processen in het lichaam, zoals de productie van energie, werkt vitamine B12 samen met een andere B-vitamine, namelijk foliumzuur. Ze versterken elkaars werking en vullen elkaar aan, daarom is het goed beiden te combineren. Foliumzuur is bovendien belangrijk voor de normale ontwikkeling van het kind tijdens de zwangerschap.
Foliumzuur zit veel in fruit en groente. Echter bij het snijden en koken gaat veel van deze vitamine verloren.
Wat is een goede dosering?
Geadviseerd wordt 1500 mcg vitamine B12 per dag te doseren, in combinatie met tenminste 500 mcg foliumzuur, voor een goede samenwerking met vitamine B12. Er zijn ook zuigtabletten die onder de tong smelten, voor de opname via het mondslijmvlies.
(1) Vitamine B12-deficiëntie komt bij 5-10% van de Nederlandse bevolking voor.
Duyvendak en Veldhuis; Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:B485