Depressie; grote kans op vitamine-D-deficientie
Recent onderzoek associeert lage vitamine-D-waarden wederom met een verhoogde kans op depressie. De onderzoeksresultaten tonen dat ouderen met een serumwaarde lager dan 50 nmol/L een duidelijk hogere kans hebben op een depressie dan leeftijdgenoten met een waarde vanaf 50 nmol/L [1]. In 2008 gaf onderzoek in Nederland aan dat lage vitamine-D-waarden en verhoogde parathormoonwaarden geassocieerd zijn met een hogere prevalentie van depressie onder ouderen (leeftijd 65-90 jaar) [2].
Vitamine D3 speelt als steroïdhormoon een cruciale rol in tal van lichaamsprocessen. Ook voor de hersenen is vitamine D essentieel. Dit blijkt uit de hoeveelheid vitamine-D-receptoren die rijk zijn vertegenwoordigd in de hersenen. Onder het motto ‘zonder licht geen leven’ beseffen we intussen dat de Nederlander dit zonlicht-vitamine in het algemeen teveel ontbeert. Vitamine-D-deficiëntie kan bijdragen tot het ontstaan of verergeren van gezondheidsproblemen als spierzwakte, osteoporose, botbreuken, auto-immuunziekten, verminderde weerstand (infecties), hart- en vaatziekten, diverse vormen van kanker en psychiatrische stoornissen.
Dagelijkse inname beter dan een enkele megadosering
Eerder onderzoek wijst op de voordelen van een dagelijkse inname van vitamine D3, een jaarlijkse megadosering blijkt juist averechts te werken. Een meta-analyse toont dat een dagelijkse suppletie van 17,5 tot 25 mcg (700 tot 1000 IU) vitamine D3 de valincidentie onder ouderen met 19% reduceert [3]. Tevens blijkt dat vitamine-D-suppletie van minder dan 17,5 mcg per dag (700 IU) geen nut heeft en dat bloedwaarden van minder dan 60 nmol/L niet helpen om het aantal valincidenten bij ouderen te voorkomen [3]. Een jaarlijkse megadosering van 500.000 IU over een periode van 3 tot 5 jaar, leidde juist tot 26% meer fracturen en 31% procent meer valincidenten dan in de placebogroep [4,5].
Opnieuw verhoging suppletierichtlijnen
De algemene richtlijnen voor vitamine-D-suppletie worden in de Verenigde Staten naar verwachting deze zomer naar boven bijgesteld. Waarschijnlijk zal het advies voor ouderen worden om dagelijks 20 tot 25 mcg vitamine D (800-1000 IU) te suppleren om een gewenste bloedwaarde van 75 nmol/L op te kunnen bouwen. Bij een dergelijke waarde normaliseert de parathormoonwaarde en wordt de gezondheid van het botweefsel bevordert.
Voor degenen die osteoporose hebben, obees zijn, teveel binnen zitten of te maken hebben met een verminderde opname van voedingsstoffen (malabsorptie), kan de dagelijkse inname zelfs worden verhoogd naar 50 mcg (2000 IU) of meer. Voor veel bevolkingsgroepen is het dus noodzakelijk om vitamine-D-serumwaarden periodiek te bepalen om tot een adequaat suppletie-advies te komen [6].
Referenties
1. Milaneschi Y, Shardell M, Corsi AM. Serum 25-Hydroxyvitamin D and Depressive Symptoms in Older Women and Men. Journal of Clinical Endocrinology & Metabolism May 5. doi:10.1210/jc.2010-0347
2. Hoogendijk WJG, Lips P, Dik MG, et al. Depression Is Associated With Decreased 25-Hydroxyvitamin D an Increased Parathyroid Hormone Levels in Older Adults. Arch Gen Psychiatry. 2008;65(5):508-12
3. Bischoff-Ferrari HA, Dawson-Hughes B, Staehelin HB, et al. Fall prevention with supplemental and active forms of vitamin D: a meta-analysis of randomized controlled trials. BMJ. okt 2009. doi:10.1136/bmj.b3692
4. Sanders KM, Stuart AL, Williamson EJ, et al. Annual High-Dose Oral Vitamin D and Falls and Fractures in Older Women: A Randomized Controlled Trial. JAMA. 2010; (303)18:1815-22
5. Dawson-Hughes B, Harris SS. High-Dose Vitamin D Supplementation – Too Much of a Good Thing? JAMA. 2010; (303)18:1861-62
6. Dawson-Hughes B, Mithal A, Bonjour J-P, et al. IOF positionstatement: vitamin D recommendations for older adults. Osteoporosis International. doi:10.1007/s00198-101-1285-3.
Bron:
Nieuwsbrief Van Nature
Recent onderzoek associeert lage vitamine-D-waarden wederom met een verhoogde kans op depressie. De onderzoeksresultaten tonen dat ouderen met een serumwaarde lager dan 50 nmol/L een duidelijk hogere kans hebben op een depressie dan leeftijdgenoten met een waarde vanaf 50 nmol/L [1]. In 2008 gaf onderzoek in Nederland aan dat lage vitamine-D-waarden en verhoogde parathormoonwaarden geassocieerd zijn met een hogere prevalentie van depressie onder ouderen (leeftijd 65-90 jaar) [2].
Vitamine D3 speelt als steroïdhormoon een cruciale rol in tal van lichaamsprocessen. Ook voor de hersenen is vitamine D essentieel. Dit blijkt uit de hoeveelheid vitamine-D-receptoren die rijk zijn vertegenwoordigd in de hersenen. Onder het motto ‘zonder licht geen leven’ beseffen we intussen dat de Nederlander dit zonlicht-vitamine in het algemeen teveel ontbeert. Vitamine-D-deficiëntie kan bijdragen tot het ontstaan of verergeren van gezondheidsproblemen als spierzwakte, osteoporose, botbreuken, auto-immuunziekten, verminderde weerstand (infecties), hart- en vaatziekten, diverse vormen van kanker en psychiatrische stoornissen.
Dagelijkse inname beter dan een enkele megadosering
Eerder onderzoek wijst op de voordelen van een dagelijkse inname van vitamine D3, een jaarlijkse megadosering blijkt juist averechts te werken. Een meta-analyse toont dat een dagelijkse suppletie van 17,5 tot 25 mcg (700 tot 1000 IU) vitamine D3 de valincidentie onder ouderen met 19% reduceert [3]. Tevens blijkt dat vitamine-D-suppletie van minder dan 17,5 mcg per dag (700 IU) geen nut heeft en dat bloedwaarden van minder dan 60 nmol/L niet helpen om het aantal valincidenten bij ouderen te voorkomen [3]. Een jaarlijkse megadosering van 500.000 IU over een periode van 3 tot 5 jaar, leidde juist tot 26% meer fracturen en 31% procent meer valincidenten dan in de placebogroep [4,5].
Opnieuw verhoging suppletierichtlijnen
De algemene richtlijnen voor vitamine-D-suppletie worden in de Verenigde Staten naar verwachting deze zomer naar boven bijgesteld. Waarschijnlijk zal het advies voor ouderen worden om dagelijks 20 tot 25 mcg vitamine D (800-1000 IU) te suppleren om een gewenste bloedwaarde van 75 nmol/L op te kunnen bouwen. Bij een dergelijke waarde normaliseert de parathormoonwaarde en wordt de gezondheid van het botweefsel bevordert.
Voor degenen die osteoporose hebben, obees zijn, teveel binnen zitten of te maken hebben met een verminderde opname van voedingsstoffen (malabsorptie), kan de dagelijkse inname zelfs worden verhoogd naar 50 mcg (2000 IU) of meer. Voor veel bevolkingsgroepen is het dus noodzakelijk om vitamine-D-serumwaarden periodiek te bepalen om tot een adequaat suppletie-advies te komen [6].
Referenties
1. Milaneschi Y, Shardell M, Corsi AM. Serum 25-Hydroxyvitamin D and Depressive Symptoms in Older Women and Men. Journal of Clinical Endocrinology & Metabolism May 5. doi:10.1210/jc.2010-0347
2. Hoogendijk WJG, Lips P, Dik MG, et al. Depression Is Associated With Decreased 25-Hydroxyvitamin D an Increased Parathyroid Hormone Levels in Older Adults. Arch Gen Psychiatry. 2008;65(5):508-12
3. Bischoff-Ferrari HA, Dawson-Hughes B, Staehelin HB, et al. Fall prevention with supplemental and active forms of vitamin D: a meta-analysis of randomized controlled trials. BMJ. okt 2009. doi:10.1136/bmj.b3692
4. Sanders KM, Stuart AL, Williamson EJ, et al. Annual High-Dose Oral Vitamin D and Falls and Fractures in Older Women: A Randomized Controlled Trial. JAMA. 2010; (303)18:1815-22
5. Dawson-Hughes B, Harris SS. High-Dose Vitamin D Supplementation – Too Much of a Good Thing? JAMA. 2010; (303)18:1861-62
6. Dawson-Hughes B, Mithal A, Bonjour J-P, et al. IOF positionstatement: vitamin D recommendations for older adults. Osteoporosis International. doi:10.1007/s00198-101-1285-3.
Bron:
Nieuwsbrief Van Nature
